Mamadou Sangare

De vader van de achtjarige tweedeklasser Mamadou, die in een gezin met zes kinderen woont, levert vanuit het slachthuis vlees aan de slagers. Zijn moeder verzamelt de weggegooide waterzakken op straat, wast ze, meet ze per kilo af en verkoopt ze weer om ze bij te vullen. Ze delen een ongelooflijk smal erf met de familie van de vader en een enorm schaap dat niet van hen is. In de ellendige kamer slapen de ouders op een bed van planken, de kinderen hebben alleen ruimte op de grond op een matje. De kleine kamer is voorzien van elektriciteit en een ventilator verfrist de lucht. Mamadou is een slim jongetje, hij heeft al een notitieboekje voor de tweede klas, wat in Mali heel belangrijk is omdat het alleen voor het beste is toegestaan. Het gemiddelde van zijn cijfers is 7/10. Het gezin krijgt niet elke dag eten. Mamadou houdt van rekenen en voetbalt in zijn vrije tijd op straat.